Gigabiker op CSC-stage ...
een ooggetuigeverslage van Philip Van der Ploeg
Philip Van der Ploeg, doorwinterd gigabiker, won vorig jaar een
wielerpool op de CSC-site. De eerste prijs ... een uitnodiging om
enkele dagen deel te nemen aan het CSC-trainingskamp in Italië.
"We train like we fight"
Van woensdag 18 januari tot en met vrijdag 20 januari zouden wij het
trainingskamp van CSC in Lido di Camaiore bezoeken. Er was vooraf niet
zoveel bekend over het bezoek. We hadden een ticket ontvangen en wij
dienden van Pisa de taxi naar het hotel te nemen. Niet bekend was of wij
nu elders waren ondergebracht of bij het team.
Bij aankomst woensdagmiddag in Pisa was het schrikken. Geheel tegen de
verwachting in was het vreselijk slecht weer. We namen de eerste taxi en
vroegen hem ons naar het hotel te brengen. Kustplaatsen in de winter in
de regen maken een deprimerende indruk. De gedachten gingen even naar
Pantani. Rond vijven arriveerden wij bij het hotel. Er was zo goed als
niks te zien. Het leek wel dicht en even vroegen wij ons af of we niet
verkeerd zaten of dat wij inderdaad in een ander hotel dan de renners
zaten. Toen wij vlakbij de ingang kwamen ontwaardden wij achter op de
parkeerplaats echter een truck van Team-CSC. Dat begon er al beter uit
te zien. Niet zonder zenuwen gingen wij naar binnen. Bij de receptie
bleek dat de renners trainen waren. Vanwege de regen was het schema die
dag omgegooid. Onze contactpersonen waren er niet. Die zouden in de
namiddag komen. Wij kregen een sleutel en namen de lift. Boven bij de
lift bleek dat we goed zaten. Naast de lift hing een complete
kamerindeling van de ploeg en de staf. Het werd duidelijk dat het hele
hotel afgehuurd was door de Deense formatie.
Het wachten was begonnen. Ten eerste op de renners, maar toch zeker ook
op onze contactpersonen want wij hadden geen enkel idee wat de bedoeling
was. Bij de lift viel tevens af te lezen dat er om 20.30 uur gegeten zou
worden door de ploeg, maar wellicht dienden wij in het dorp een pizzeria
te bezoeken. Het werd nu snel donker en er gebeurde bijna niks. Er zat
niks anders op dan eens met de contactpersonen te bellen; die zaten pas
bij Bologna. Het was echter de bedoeling dat wij “gewoon” mee zouden
eten. Rond 20.00 uur kwam er plots een peloton renners uit de duisternis
het parkeerterrein oprijden en weldra hoorden wij in het trappenhuis het
geklik van de schoentjes op de tegels. Wij spoedden ons richting eetzaal
en knikten enkele renners goeden dag. Nu zaten wij met een dilemma;
zonder introductie aanschuiven leek ons niet gepast. Wij besloten op
Bjarne Riis te wachten en ons bij hem te melden en uit te leggen wat wij
kwamen doen.
Niet veel later schepten wij tussen de renners ons eten op en gingen aan
tafel. Wij kozen er voor ons niet op te dringen en kozen een eigen
tafel, naast een kerel die alleen aan tafel zat. De man kwam mij ergens
bekend voor, maar hij hoorde duidelijk niet bij de ploeg want hij bleef
alleen zitten. Onder het eten deden wij wat eerste contacten op met
Nederlandse elementen binnen de ploeg en de staf. Plots viel mij in dat
de man alleen aan tafel Jörg Jaksche was. Het was vrij opvallend dat
voormalig CSC-renner iedere keer bij het eten alleen aan tafel zat en er
dus echt niet meer bij hoort. Jaksche zal na zijn individuele kamp in
Toscane er nog een aantal dagen Oostenrijk aan vast plakken. Tijdens het
natafelen kwam Riis naar ons toe. De ploeg had weldra een meeting die
wij mochten bezoeken als we ons wat op de achtergrond opstelden.
Die meeting begon ergens tussen 21.00 en 21.30 uur. De ploeg opeengepakt
in de ontbijtzaal op de eerste verdieping. Het had er veel van weg dat
wij in een schoolreis terecht gekomen waren. Een drukke groep mannen nam
plaats in rijen. Het hoogste woord werd gevoerd door Voigt, Julich en
Zabriskie, waarbij vooral de laatsten de lolbroeken waren. Toen werd het
stil. Riis nam het woord. Hij begon met de vraag wie er bier, wijn of
koffie wilde. “First of all I want to introduce some guests”. Ten eerste
bleek de eerste Deens geletrui-drager ooit er te zijn (trivia!): een
zucht van bewondering of verbazing klonk gevolg door applaus, dan was de
advocaat van het team er (opnieuw applaus) , een professor in voeding en
“two guests from Holland or Belgium”. Wij riepen net wat te hard
Holland, waarna Riis beaamde Holland en je zag hem denken, zo
luidruchtig dat kan niet anders. En zelfs wij Nederlandse prijswinnaars
mogen op een daverend applaus van de renners rekenen.
Daarna werd het interessant. Riis begon een teambuilding toespraak te
houden. Het kwam er op neer dat voorkomen moest worden dat er renners
met problemen of moeilijkheden aan het hoofd rondfietsten. Dat drukt de
prestaties. Iedere renner moest zich niet te groot voelen om indien er
iets niet in orde is met hem of thuis of met een collega, gedurende het
seizoen hiermee naar de ploegleiding te komen. De prestaties zijn beter
naarmate renner vrij van problemen fietsen. Voorts was dit trainingskamp
voor het eerst dat Riis iedereen op de fiets gezien had. Op maandag
tijdens de training, waarbij men de Monte Serra test moest doen, had
Riis een heel speciaal gevoel gehad. Voor het eerst had hij gemerkt dat
er één team was en hij wist naar aanleiding hiervan dat CSC een heel
bijzonder jaar tegemoet ging. Misschien met enkele gele truien of zo,
maar vooral met een uniek saamhorigheidsgevoel dat plezier zou geven.
Na Riis nam zijn rechterhand Bjarne Christiansen het woord. Wederom
staat team-building centraal in de korte lezing. Christiansen heeft het
over vijf kernpunten die binnen Team-CSC bepalend zijn en waar elke
renner zich van bewust moet zijn: teamwork, honesty, loyalty, respect en
communication. Hij zal een korte film laten zien en daarna zouden de
renners een heuse film voorgeschoteld krijgen waarvan ze het een en
ander konden leren als ze wat opletten. Iedereen was overigens vrij om
dan de zaal te verlaten als hij dat wilde. Het idee om een film te tonen
was van Fabian Cancellara, vertelde hij er nog bij. Het eerste filmpje
bleek uit de tijd te zijn dat Christiansen in het leger zat. Te zien was
hoe een team soldaten - in oefening - een einde maakte aan een
terroristische actie. Christiansen besloot deze korte voorstelling met
de woorden dat in zijn tijd in het leger bij training het motto luidde
“we train like we fight”. Volledige overgave dus ook tijdens de
training, vooral met oog voor je collega’s. Dan begon de film, maar al
snel bleek dat het geluid telkens weg viel. De bijbehorende zinnen werd
dan droog van commentaar voorzien door Zabriskie, waarmee hij opnieuw de
lachers op zijn hand kreeg. De film was niet zomaar gekozen, maar bleek
opvoedkundige elementen te bevatten; Coach Carter.
Tussen 22.00 uur en 22.30 uur zochten de renners hun kamers op. Bij de
lift hing inmiddels het schema voor de volgende dag. Eerst ontbijt en om
10.00 zou de training aanvangen met 2,5 uur gewoon fietsen en daarna zou
er nog 2,5 uur op de tijdritfiets gekoerst gaan worden.Donderdag
De donderdag begon met een kort gesprek met Karsten Kroon op de trap.
Kroon heeft volgens mij een hekel aan tijdrijden en ik was benieuwd of
hij al het nodige geleerd had. “Nee, ik heb nog nooit (in mijn carriere)
op een tijdritfiets gezeten”, zei Kroon. Ik geloof het nu, thuis, nog
steeds niet. “Riis heeft een rekenmethode waarbij hij de maten van de
tijdritfiets uitrekent afhankelijk van de maat van mijn eigen fiets, of
dat nu lekker zit maakt niet uit. Die afmetingen zijn het beste”. Ik zei
tegen Karsten dat ik het charisma Riis opvallend vond en dat ik mij niet
kon voorstellen dat Breukink de renners zo doceerde. “Dat doet-ie ook
niet. Als Riis iets vertelt neem je dat aan, maar als ze bij Rabobank
wat vertellen, pfffut”. “Ik heb er héél veel zin in dit jaar. Heb je een
vrije rol of kopmanschap in april? “Dat was een voorwaarde”.
Iet voor tienen verschijnen de renners buiten en zoeken hun fiets en
eten uit. Bij het voedsel zit een nieuw produkt dat getest moet worden
“Either we fly or we die”, zegt Riis over dat nieuwe eten. Riis gaat
voor zijn mannen staan en legt kort uit wat ze gaan doen en hij wijst
drie mannen aan die een oortje krijgen. Tevens vertelt hij nog wat over
het computersysteem op de fietsen. De renners hebben een SRM-systeem dat
alles opmeet. Iedere renner dient thuis over een (eigen) pc te
beschikken. Niet alleen om te mailen, maar vooral om al de gegevens (met
name over hun kracht) die het SRM-systeem vastlegt naar Riis door te
sturen.
Halverwege de route zal de truck staan en stapt men over op de
tijdritfiets. Onze andere begeleider gaat in de ochtend meefietsen omdat
de advocaat van het team mee wil trainen. Wij stappen in de volgauto bij
de uitermate vriendelijke John-Axel Hansen. We gaan op pad. Het is
prachtig weer en een geweldige aanblik om meer dan 30 renners in
dezelfde outfit door het verkeer te zien gaan. We verlaten de kuststreek
en nemen een eerste helling. Na die helling is er een plaspauze en
blijkt de advocaat een mechanisch probleem aan zijn fiets te hebben. We
wachtten, maar de renners waren snel vertrokken. Enkele minuten daarna
gaan wij weer verder, maar bij de volgende splitsing zitten we in
problemen: waarheen? We zijn de ploeg kwijt. Hansen en wij weten niet
waarheen. Het kaartje dat Riis gemaakt heeft biedt geen uitkomst en
bovendien is de benzine bijna op. Tot mijn verbazing dienen wij zelf
Hansen geld te lenen voor de benzine.
Uiteindelijk vinden we de goede weg, maar de renners zijn ver vooruit.
Dat is jammer, want nu hebben we de fraaie beklimming van de Monte
Piglione gemist. De mobiele telefoon biedt uitkomst en even later zitten
we weer achter de ploeg. Rond 12.00 uur stoppen we in een dorp. De hele
ploeg valt een koffiebar binnen en het gaat er zeer ontspannen aan toe.
Na een korte pauze verzamelen de renners bij de truck en nemen hun
tijdritfiets. Riis spreekt hen toe en verdeelt de groep in drieën. Jens
Voigt zal ons later vertellen dat die indeling niet willekeurig is, maar
dat de eerste groep de selectie voor de Giro was. Volgens onze
begeleider was er mogelijk ook één groep samengesteld voor Parijs-Nice
of de Tour Méditerannéen. Later komt ter sprake dat dit vermoedelijk
niet juist is. CSC neemt niet aan de Tour Méditerannéen deel. Alle
renners en de gehele begeleiding gaan naar Californië. Als er al een
teampresentatie komt dit jaar, zal het daar gebeuren vanwege
sponsorbelangen. Een gedeelte van de ploeg zal zijn opwachting maken in
de Tour de Californië die naar verwachting chaotisch kan gaan worden
omdat het de eerste editie is. Uit Australië blijft CSC tegenwoordig
bewust weg. Het verschil in temperatuur is een te groot risico voor de
gezondheid.
De oortjes gaan weer naar de ervaren mannen. We gaan weer op pad en de
snelheid gaat nu flink omhoog tot 50 a 60 km/uur. De stagiaires waaien
er op hun gewone fiets af en stayeren achter de volgauto’s. Bij die
stagiaires springt de stijl van rijden van het Deense talent Lund in het
oog. Wij vertellen onze begeleider over het gesprek met Kroon en zijn
ervaring met of zonder tijdritfiets. Hij reageert uitermate verbaasd. Na
2,5 uur fietsen waarbij nog een keer of twee gestopt is zijn we tegen
vieren weer in het hotel. Dan blijkt dat Jacob Piil al lang afgehaakt
was. Piil heeft last van een blessure en vreest nog een breuk te hebben
die eerder niet vastgesteld is. Besloten wordt om Pill de volgende
ochtend voor foto’s naar het ziekenhuis van Pisa te brengen. Om 16.00
uur volgt de lunch.
Kroon meldt zich na de lunch bij een Nederlandse journalist in de lobby.
De journalist is Ludo van Klooster. Van Klooster, auteur van de Droom
van de Giro, heeft net Petacchi en Zabel bij Milram bezocht 70 kilometer
verderop en heeft deze week nog een bezoek aan dokter Cecchini in het
nabijgelegen Lucca voor de boeg. De Nederlander zit vervolgens de hele
avond op een afspraak met Ivan Basso te wachten, maar voor zover wij
hebben kunnen zien laat Basso verstek gaan. Als wij om 20.30 gaan avond
eten is de journalist weg. We vragen ons af wat Basso heeft zitten doen.
Veel omhanden lijken de renners niet te hebben (het hotel biedt geen
internetfaciliteiten), waarbij wel gezegd moet worden dat niet alles
binnen ons zicht is. Basso zelf maakte gedurende de korte periode een
vriendelijke indruk, maar lijkt een ingebouwde reserve aan de dag te
leggen tegen mensen van buiten. Verder zijn er die avond nog een of twee
journalisten. Is er een vertegenwoordiger van Cervélo bijgekomen en
iemand van Zipp.
Tijdens het eten zakken we nog een door onze stoel als onze
contactpersoon Kroon opzichtig gaat vragen naar hoe de tijdritfiets
bevallen was. Voigt en Kroon leggen uit dat je eigenlijk steeds harder
gaat en wilt op zo’n ding en dat fietsen op een racefiets daarna heel
beholpen overkomt. Zij rekenen erop dat de volgende keer in Californië
de nieuwe mannen in de ploeg de oortjes moet dragen om te leren met enig
leiderschap en verantwoordelijkheid om te gaan.
Na het eten is er opnieuw een meeting, nu in de lobby. Eerst komt er een
Deen aan de woord, die de voedingsdeskundige van het team lijkt te zijn.
Hij spreekt de renners toe over hun voeding. Er zijn renners die teveel
sla en groen eten wat ten koste van hun gewicht gaat en bij inspanning
dreigen daarom hun spieren aangetast te worden. Hij adviseert toch om
vooral voor de helft granen, aardappels en pasta te eten ook al hebben
wij altijd goed op een andere verdeling gepresteerd. Er komen vragen uit
de zaal van Bjarne Riis, Jens Voigt en Jacob Pill over voeding. Een
uiteenzetting over de huishouding en verbranding van vetten volgt. Men
is het er over eens dat de intensieve intervaltraining van gisteren
leidde tot een honger in koekjes en andere suikerprodukten terwijl die
honger er vandaag na duurtraining minder was (wij hebben met eigen ogen
renners toen met borden koekjes door de gang zien lopen). Het betoog
wordt zo nu en dan onderbroken door een komische opmerking van Zabriskie
en een keer zelfs door een harde scheet van Lars Bak. Dan heeft Riis een
vraag, Riis blijkt de vraag namens Basso te stellen, die zich kennelijk
afvroeg waarom hij in juni makkelijker gewicht kwijt speelt dan in de
wintermaanden. Dat lijkt ons niet zo’n moeilijke vraag, maar wij zijn
compleet niet deskundig. Dan neemt de eerder aangekondigde professor het
woord. Er volgt een lang, nogal saai verhaal over voeding. De renners
lijken ook af te haken voor wat betreft de concentratie. Vooral Sastre
heeft het drukker met zijn mobiel. Bjarne Christiansen grijpt op een
gegeven moment in en doet teken dat de man er een einde aan moet breien.
Dan is het tijd voor de film die de avond er voor gepland stond: Coach
Carter. Niet alle renners kijken de film uit. Zo ongeveer de eerste die
vertrekt is Ivan Basso. De helft van de groep die wel tot einde blijft
zitten zoekt om middernacht het bed op.De soigneurs waren niet bij de
film. Zij hebben die avond in een ander restaurant hun traditionele
etentje waarbij de nieuwkomers “ontgroend” worden.
Vrijdag
Ons verblijf zit er dan bijna op. De volgende ochtend is het een
aangename verrassing dat wij opnieuw mee kunnen achter de renners aan.
In de middag zullen wij de renners laten gaan en eerder terugkeren bij
het hotel omdat we om 16.00 uur het vliegtuig moeten hebben. Bij het
verlaten van het hotel dezelfde aangename ontspanning. Een goede
gelegenheid foto’s te maken en wat gesprekjes te voeren. Frank Schleck’s
ambitie voor het komende seizoen is “to kick Bobby Julich’s ass”. Julich
die één meter verderop staat en begint te lachen laat in zijn reactie
enige waardering doorklinken. Schleck heeft nu reeds kopmanschap
afgedwongen en zal mogelijk de man zijn in Parijs-Nice nadat hij al een
paar keer goed op dreef was. Enkele renners gaan met frisse tegenzin op
de foto voor sponsor Nobili en dan is er opnieuw de instructie van Riis.
We gaan weer op pad. Wij zitten ditmaal niet in een volgauto, maar in
een busje met de voedingsdeskundige, een onbekende Italiaan (van Nobili?)
en met Jorgen-Vagn Pedersen, ooit gele truidrager. De minzame Pedersen
vraagt ons nog hoe het met Gerrie Knetemann gaat.
Terwijl de CSC-ploeg over een provinciale weg richting Pisa snelt nemen
wij met Pedersen nog eens de Carrera ploeg uit de jaren tachtig door.
Achter in het busje is het zicht op de renners buiten beduidend minder.
Via de buitenwijken van Pisa komen we weer in de heuvel- of bergzone.
Plots zien we op een verkeersbord dat “Monte Serra” aangegeven is. Een
klim waar de renners de maandag er voor hun traditionele test afgelegd
hebben en waar dit jaar Zabriskie de beste was. We gaan er nog eens goed
voor zitten. De weg wordt snel smaller en we passeren een fraaie dorpje.
Als groep begint men te klimmen, al rijdt Andy Schleck snel lek.
Verderop de helling moet Lombardi er als eerste echt af. Het begint nu
achter in het busje achter de volgwagens een beetje balen te worden. Een
uitgelezen kans van zeer nabij zware inspanning te bekijken (en leuke
foto’s te maken). De drang om voor de groep te zitten of om ergens vanaf
de zijkant te kijken wordt groot. We blijven er echter achter hangen.
Veel verder op de klim begint de groep uiteen te vallen. De Monte Serra
is een venijnige klim. Opvallend is dat onder andere Sastre en Voigt
niet met de eersten mee kunnen.
Uiteindelijk besluit onze chauffeur toch voorbij te gaan. Pas vijftig
meter onder de top stopt hij. Nog voordat we uit de auto zijn vliegen de
betere klimmers voorbij. Op de top wordt pauze gehouden. Dit is het
moment waarop aan onze bezoek min of meer een einde komt. We nemen
afscheid van een aantal renners en van de Nederlandstalige kolonie.
Vervolgens besluiten we ook Riis te bedanken en gedag te zeggen. De Deen
kijkt ons wat vreemd aan; zijn wij in zijn ogen brutaal of komt dit
beleefde gebaar onverwacht of ongelegen? Na een spectaculaire afdaling
aan de andere kant van de Monte Serra buigen we af en rijden terug naar
het hotel in Lido di Camaiore. We checken daar uit en maken plots helaas
geen deel meer uit van de CSC-familie. Op het vliegveld komt dat gevoel
nog even terug als we een van de twee stagiaires ontmoetten. Het jonge
kereltje ziet er uit alsof hij maandag weer naar school moet, maar kan
ons wel degelijk trots vertellen dat hij maandag op de Monte Serra de
zevende tijd klokte tussen de grote namen. We schudden hem de hand en
wensen hem veel succes met zijn carrière.
Team CSC bleek een hechte familie te zijn met veel sympathieke mensen.
Onder de renners gold dit met name voor Carlos Sastre en nog meer Jens
Voigt, maar het was vooral de staf die zeer open en gastvrij was.
Surcouf bedankt!
Laatst gewijzigd op 22/01/2006 - Opmerkingen en suggesties kan je mailen naar gigabike@advalvas.be
Gigabike, jaargang 7 - Copyright: Peter Samoy & Mark Vanderwegen